vrijdag 16 januari 2009

De ochtend voor het ongeluk





Nog meer Beelden





prachtig west zeeuws vlaanderen





Beelden...














Nog een paar foto's van het prachtige landschap




en het prachtige hondje

Liesbeth terug van vakantie




Gisterochtend heeft hij de normale lengte van zijn ochtendrondje gelopen. Hij is alert en op zoek naar sporen van konijnen. Hij struikelt nog wel vaak, hij is duidelijk nog veel zwakker dan hiervoor. Als ik hem echter zijn gang liet gaan zou hij zo weer gaan rennen. Dus ik houd hem nog aan de lijn.

Vanmiddag heeft Liesbeth gebeld. Ik wist niet dat ze al terug was van vakantie en ze wilde alles van Toebab weten. Ik heb verteld dat ik alles voor haar heb opgeschreven.
En nogmaals haar uit de grond van mijn hart bedankt voor al haar lieve zorgen.

woensdag 14 januari






De afgelopen dagen waren zo druk en vol dat ik aan schrijven over Toebab niet toegekomen ben.

Maar het waren mooie dagen, we hadden het goed met elkaar en Toebab wordt elke dag een beetje sterker. Hij krijgt veel aandacht, lekker hapjes (brokjes met slagroom bijvoorbeeld om lekker weer wat dikker te worden....)

Gisteren was volgens Liesbeth de cruciale dag, dag 10. Ze vertelde dat als je een wond hebt de cellen zich op dag 10 vernieuwen en dat is dan ook de dag dat de kans het grootst is dat een wond weer open gaat.

Hij is er gelukkig nog steeds en is opgewekt en vrolijk.
Hij heeft vandaag zijn eerste grote volwassen hondendrol weer gemaakt. Dat betekent waarschijnlijk dat de zwelling van zijn bil aan de binnenkant ook minder is en dat zijn darmen weer meer ruimte krijgen. Dat veronderstel ik.

Hij is nu ook een aantal keren mee geweest met de auto om ergens anders te wandelen. Hij wil de auto wel inspringen, maar van mij mag hij dat nog niet en ik til hem er in en er uit. En dat is geen enkel probleem. Hij voelt zich niet angstig dat ik zo dichtbij ben, dat ik hem oppak, dat ik hem knuffel.


Vanmorgen was weer duidelijk dat hij het ook nog niet kan, de auto inspringen. Hij wou wel, maakte aanstalten, maar deed het niet. Ook met Izy spelen kan hij nog niet. Zodra Izy met hem gaat spelen dan gaat hij na een paar minuten liggen.
Izy is wel veel beweging tekort gekomen. Normaal elke dag naar het strand. Maar vanwege mijn activiteiten was er geen tijd om naast de uitjes samen ook nog eens apart met Izy naar het strand te gaan.

Naast dat Toebab het lijkt te halen is wel het grootste geschenk dat hij zoveel rustiger, vriendelijker en minder angstig is.
Sinds zijn ongeluk heeft hij zijn medicatie tegen angst niet meer gehad.

Gisteren het huis vol met mannen die tv opnames aan het maken waren en hij kwam er gewoon bij zitten. Hij sprong gewoon bij me op schoot!!!

Gilles vond hij erg aardig en hij mocht Toeb aaien en kreeg zelfs pootjes.

Anne-Marie kan hem nu gewoon aan de riem doen en uitlaten, hapjes geven, aanhalen en ze krijgt steeds pootjes. Dat vult mijn hart met dankbaarheid, voor Anne-Marie en voor Toebab.

Anne-Marie heeft een jaar met een hond geleefd die bang voor haar was en steeds weg liep als ze naar hem toe kwam en wegschiet als ze een ruimte binnen komt. Dat lijkt over.
Als ze hem roept, aarzelt hij soms nog wel, maar komt uiteindelijk en laat zich aanhalen.
Wat hebben we het toch goed

dinsdag 13 januari






De afgelopen week was een prachtige week. Heel Nederland op de schaats.We leven hier in een ansichtkaart.

woensdag 7 januari




Het is een prachtige dag.

Vandaag een drukke dag. Veel projecten zitten aan de deadline. Sta vroeg op, drink koffie en ruim de boel op. Izy en Toebab slapen nog. Als ik ben aangekleed worden zij ook wakker en ik neem ze mee naar buiten.

Bij de keukendeur vind ik een plas. Ik heb hem niet gehoord vannacht. Nu al twee keer dat hij s’ nachts toch nog een plas moet. Maar op het zeil en kurk is een plasje niet zo’n probleem.

Izy los in de tuin, maar Toebab houd ik nog aan de riem. Liesbeth had gezegd dat ik hem kort moest houden en beschermen tegen inspanning de eerste week.. We wandelen door de tuin, hij doet drie plassen met één achterpoot omhoog!, weer een stapje verder.

Hij wil ook een poep doen en doet dat achter de schuur in het kippengras. Nog steeds diarree. Binnen maak ik zijn poten en kontje schoon. Maak er als gebruikelijk een spelletje van. Ingewikkeld, want het is normaal een wild spelletje , met twee honden en Izy wil nu ook wild spelen maar Toebab mag dat niet en ik ben ook bang om hem zeer te doen. Maar van enig verzet al dagen geen enkel spoor. En zijn medicatie tegen angst krijgt hij nu niet!


Geef hem weer lever en wat brokken. De brokken hoeft hij niet, de lever eet hij direct op. Ik zie dat hij gelijk weer een plas moet doen en neem hem mee naar buiten, inderdaad weer een plas. Niet meer zo dik en traag, maar nog steeds niet op volle sterkte.

Weer binnen gaat hij in de kamer op de bank liggen. Ik ruim mijn bed op (slaap nog steeds bij hem in de woonkamer). Ga nog even bij hem zitten en zie dat zijn penis en buik en achterpoot nu rood en geschaafd er uit zien. Dat was eerder nog niet zichtbaar, misschien vanwege weinig bloedlichaampjes. Ik raak hem maar niet aan, want dat zal wel pijn doen.


Hij heeft nog steeds zijn medicatie voor zijn angst niet gehad en het gaat redelijk goed. Als Anne-Marie hem wil aaien wil hij weglopen, maar als ik hem bij me houd laat hij het toe. Als Anne-Marie hem eten geeft accepteert hij dit. Maar ik zie aan zijn ogen dat hij niet lekker in zijn vel zit en dat heeft niks met het ongeluk te maken.


Tussen de middag korte wandeling buiten de tuin. Hij wil verder, maar ik laat het niet toe. T’is niet zo koud. Plassen en diarree. Geef brokken met een klein beetje nat kattevoer wat hij erg lekker vindt en hij eet een klein beetje op. Maak me zorgen over dat hij zo weinig eet en nog steeds diarree heeft. Vanwege alle drukte denk ik er pas om 5 voor 3 aan om de dierenarts te bellen.
Hij is er niet maar wordt met advies teruggebeld.
Lever werkt ook laxerend en Geert adviseert kip te koken en morgenochtend langs te komen. Heel fijn.

Toebab volgt me de hele dag. Waar ik ben is hij ook.
Om een uur of vier weer even een rondje door de tuin. Hij wil met Izy spelen, maar ik belet dit. Izy apart uitlaten, zij voelt zich erg tekortgedaan en krijgt nu ook te weinig beweging.
Normaal gaan ze zeker een uur rennen in de duinen en daarnaast spelen en rennen ze samen in de tuin. Izy moet zich (weer) eens helemaal aanpassen.

Daarna eten, hij krijgt een hapje gekookte kip (bijna halve filet) en vindt dat heerlijk. Als hij zijn eten op heeft loopt hij met rechte staart de kamer in. Ik volg hem direct. In de kamer wil hij zijn poot optillen tegen de tafel, maar ben hem voor en vraag of hij moet plassen en dat hij dan mee moet komen. Hij volgt direct. En moet inderdaad plassen.

Hij heeft een kleine blaas, dat is duidelijk.
En wat sluipt zoiets als binnen plassen, wat natuurlijk bij de kliniek mocht en moest, het kon niet anders, er snel in. En het vraagt heel veel oplettendheid dat hij niet mijn hele woonkamer er onder plast.
(Zoveel oplettendheid heb ik dus niet....)


Wij eten laat en Toeb blijft de hele tijd in de kamer slapen, komt ook niet op de eten’s geuren af. Een beetje verontrustend vind ik dat wel.
21.00 uur, weer aan het werk. Izy op haar kussen en Toeb in de kamer.

Voor het slapen nog even in de tuin een plasje doen. Izy wil weer spelen. Dus speel ik even met haar.
Wat een schat is die Izy toch.

dinsdag 6 januari bezoek

Zoals gebruikelijk slaapt Toebab uit. Pas als ik de kamer wil stofzuigen staat hij op van de bank en gaat op de grond liggen. Het is dan al half 9. Ik vraag of hij wil plassen. Hij gaat mee. Me eerst weer dik aankleden, maar de zon schijnt al en er is minder wind. Hij doet een kleine meisjesplas, even later nog een. Hij daagt Izy uit om te spelen, dat is een goed teken. Dan gaat hij zitten en heeft weer diarree. Van het infuus? Van de lever?

We gaan weer naar binnen omdat ik me toch niet warm genoeg heb aangekleed. Toebab wacht even in het halletje. Hij is blij als hij nog een keer naar buiten mag. Weer een plasje en weer diarree. Nu als water en zwart. Misschien straks Geert even om advies vragen. Je kunt nu ook goed zien dat hij mager wordt. In de gang vind ik een plas. Hij kan blijkbaar maar kleine beetjes ophouden.

Weer binnen geef ik hem zijn eten. Hij wil meer en krijgt nu 300 gram lever. En twee stukjes rookworst met zijn pillen. Als hij het lekker op heeft geef ik hem een pensstaafje.

Mijn afspraak is er nog niet en Izy wil nog een keer naar buiten. Bij de weg ruikt Toebab het spoor van wild in het gras en hij zou zo weer de weg oplopen. Blijkbaar heeft hij niks van het ongeluk geleerd.
Ik heb er wel van geleerd. Ik kan hem dus niet meer los in de tuin laten als de afrastering niet is aangepast.

Klein stukje gelopen, paar meisjesplasjes. Nu niet zo koud, de zon schijnt en er is bijna geen wind. Anne-Marie komt terug en Izy wil dus weer naar huis. Omdat mijn afspraak er nog niet is, gaat Anne-Marie weer weg.

Mijn afspraak is er rond 11.00 uur. Izy en Toebab komen Rob begroeten. Toebab blijft gewoon in de keuken zitten! We drinken koffie tot half 12. Ik bel Anne-Marie dat ik weg ga en zij zal binnen het uur terug zijn.

Rond 13.30 (?) zijn Rob en ik weer thuis. Toebab ligt rustig op zijn kleed. We gaan lunchen en daarna overleg ik met Rob tot bijna 16.00 uur. Hondjes door de tuin, Toeb wil wandelen, maar ja, nog even wachten.


Ik ga uiteindelijk laat naar bed. Laat Toeb nog even in de tuin, Anne-Marie neemt Izy mee, maar die wil niet ver omdat ze ons ziet langs de weg. Toeb zou graag iets verder gaan, maar met deze kou kan dat echt niet, Alleen twee plassen.
In de kamer gaat hij op de grond slapen. Ook goed.

maandag 5 januari en al weer thuis

Om 9.00 uur gebeld. Liesbeth is bezig met een ander dier. De assistente zegt dat Toebab het goed maakt en dat we hem kunnen ophalen.

Anne-Marie rijdt eerst langs de winkel voor een pakje sigaretten. Ja, we roken weer, dit was even teveel stress voor ons op dag 4 als nieuwe niet-rokers.

Ik haal ze, zie rode tulpen (Anne-Marie had rode rozen gezegd, maar die zie ik niet) en neem 5 bossen mee voor Liesbeth.

Bij de kliniek staat de deur open van de behandelkamer, toeb ligt op zijn kussen naast de tafel en als hij ons ziet staat hij op en begint te kwispelen. Niet te geloven!

Liesbeth pakt al zijn medicatie, cyclokapron, ; ‘puur trauma’ en een voedingssupplement om aan te sterken ‘Nutri-plus gel’.
Toebab moet drie keer per dag twee pillen. Tussendoor wat van de arnica en wat voedingssupplement.
Als voeding hebben we de lever die we gisteren voor hem hebben gekocht.

Liesbeth zegt dat hij het zowel rauw als gekookt mag.
Hij heeft al een plas gedaan. Hij loopt aan de riem mee naar buiten. Ik laat hem plassen vlak naast de auto in de bosjes.
Hij tilt zijn poot op en plast, past, plast.
Het komt er erg langzaam uit, maar het is een enorme hoeveelheid.
Liesbeth staat in de deuropening, we moeten allemaal lachen. Wat een opluchting, voor hem en voor ons.


10.00 uur, weer thuis. Ik til hem uit de auto. Hij kijkt blij om zich heen. Ik laat hem op het kippengroen plassen, hij loopt zo de tuin uit, gaat plassen. Weer een lange plas. Hij doet een paar stappen en gaat poepen. Het is een beetje dunnig, maar nog steeds normale ontlasting. Hij blijft zitten. De koude oostenwind gaat gewoon dwars door mijn lerenbroek heen.

Ook al is Toebab niet klaar, ik eis dat hij me volgt want in deze extreem koude gure wind kan niet goed zijn. Anne-Marie komt ons al tegemoet en vraagt waar we blijven. Ik vertel dat hij weer moest plassen en moest poepen. Ze is bezorgd, vanwege de kou. En terecht. Het is in jaren niet zo koud geweest.

Binnen wacht Izy. Ze snuffelen direct aan elkaar en kwispelen allebei met de staart. Ze snuffelen aan elkaars neus, buik en anus.

Ik haal het kussen van Toebab. Anne-Marie snijdt lever. Ik doe het kattenluik dicht. Anne-Marie voert hem lever. Hij neemt het direct van haar aan en vindt het heerlijk. Ze geeft hem wat te drinken en aait hem. Hij accepteert het als vanzelfsprekend.

Ik ga iets regelen achter de computer in de hal en opeens staat Toebab naast me. We besluiten de trap af te zetten zodat hij niet naar boven kan. Toebab gaat de kamer in en Anne- Marie roept hem bij zich. Hij luistert niet. “Daar beginnen we weer”, zegt ze. Ik zeg “dat gaan we niet meer doen”. Ik pak de riem en neem hem mee terug naar de keuken, naar zijn kussen.

We nemen nog even de dag en de week door met een kopje koffie in de keuken. We doen de deuren dicht zodat Toebab niet weer aan de wandel gaat.

Anne-Marie belt G. om over Toebab te vertellen, ze neemt nog niet op, ze heeft de griep. En dan gaat Anne-Marie op pad. En ik ga wat zaken regelen.
Eerst in de hal, maar Toebab blijft me volgen en ik wil dat hij zeker vandaag rustig ligt, dus ik besluit dit verhaal op de computer in de keuken te zetten.

Ik bel Tom, de automobilist om te vertellen hoe het gaat, hij neemt niet op dus ik stuur een smsje.
Ik bel nog even met de dierenarts om te zeggen dat hij alles gedaan heeft en dat ik gisteren mijn mooie sjaal heb laten liggen. Hij is terecht.

Izy wil met Toebab spelen, ze zeurt en jengelt. Toebab reageert niet. Ik laat Izy uit langs de weg, ze wil gelukkig de dijk niet op en daar ben ik met deze extreme kou blij om.

Tom belt. Hij is blij dat het zo goed gaat.
13.30 Het is tijd voor weer een pil. Liesbeth heeft hem vanochtend twee pillen gegeven, nu is het mijn beurt.
Ik zeg dat ik naar zijn tandjes ga kijken en open zijn bek. Hij verzet zich en schnapt naar me. Ik ben geschrokken en kwaad.
Potverdomme, bij Liesbeth staat hij alles toe en nu gaat hij zich weer tegen mijn gezag verzetten. Wat nu. Opnieuw en doorzetten. Izy is van schrik al in de hal vertrokken. Zij vindt het altijd vreselijk als Toebab zich tegen mij verzet.

De pil houdt ie in zijn bek. Als ik zijn bek los laat, spuugt hij de pil uit. Opnieuw, bek open en pil erin. Nu grauwt hij naar mijn handen en slaat met zijn tanden tegen mijn hand. Ships!
De pil ligt op zijn kleed.

Ik pak hem bij zijn nekvel en druk zijn kop op de grond. Dat heb ik nog nooit gedaan, maar ik wil ook nooit meer bang voor hem zijn, ziek of niet ziek.
Hij schreeuwt als een mager speenvarken.
Maar mijn besluit staat vast, ik laat pas los als hij zich aan me overgeeft en mijn gezag aanvaard.
Eindelijk houdt hij op met schreeuwen en ontspant zich.
Ik laat los, hij likt zijn bek, draait verbaasd met zijn ogen. Hij gaat liggen.

Opnieuw een poging de pil erin te krijgen. Hij houdt zijn kaken stijf op elkaar. De pil krijg ik niet tussen zijn tanden, laat staan achter in de keel. Maar hij grauwt ook niet naar me. Zal ik Angelique om advies vragen. Ik besluit het op mijn manier te doen.
Ik roep hem aan de voet. Geen reactie. Ik pak zijn riem en laat hem volgen. Hij weigert en gaat zitten. Ik weet dat ik nu niet mag opgeven, hoe ziek hij ook is, want dan komt het nooit meer goed tussen ons. Hij blijft zitten en zo sleep ik hem heel langzaam, maar zittend 1,5 m. door de keuken. Tot hij gaat staan en volgt. Dan laat ik hem zitten en vraag om een poot. Dat doet hij, weliswaar schoorvoetend. Ik beloon hem met mijn stem. Dat is braaf!

Ondertussen ben ik een half uur verder en hij heeft nog geen pil binnen. Genoeg stress voor een week. Ik snij een klein stukje worst en stop de pil erin en geef hem dat. Geen probleem natuurlijk.

Izy wil buiten plassen, ik laat haar eruit. Toebab gaat bij de deur staan. Wil blijkbaar ook plassen. Ik kleed me dik aan. Het is extreem guur en het stormt hier. Ik doe Toebab aan de riem, hij is wantrouwend.
Ik laat hem volgoefeningen door de tuin doen en stop bij een bosje. Hij plast, als een meisje. De plas komt er langzaam uit en het duurt lang. Dan laat ik hem weer volgen naar de deur. Hij verzet zich.

Ik neem hem toch mee naar binnen. Binnen wil hij niet in de keuken. Misschien nog een plas. Ik laat hem buiten weer volgen naar het kippegroen. Hier kan hij plassen en eventueel poepen. Hij doet weer een plas, als een meisje en weer duurt het erg lang.
Vanwege de extreme koud en zijn kwetsbare gezondheid breng ik hem direct weer naar binnen.
Izy wil eigenlijk wandelen, maar ik laat haar alleen in de tuin. Later als er minder wind staat ga ik wandelen.
Toebab geef ik opdracht op zijn plaats te gaan. Hij weigert. Ik doe zijn riem weer om en laat hem volgen. Hij weigert en ik sleep hem weer 1,5 m de keuken door naar zijn plaats. Hij wil niet op het kussen. Ik dwing hem met de riem op het kussen.
Hij is een stuk beter en ......de strijd is weer begonnen.

Hij ligt op zijn kussen te rusten, maar slapen doet hij niet.
Ik ga alvast het avondeten koken. De katten hebben ruzie op de trap. Er staat een scherm voor zodat Toebab de trap niet op gaat en ze kunnen er niet langs en nu maken ze elkaar het leven zuur. Via het keukenraam laat ik ze een voor een naar buiten.

Vanwege de storm hebben we het kattenluikje dicht gedaan omdat Toebab anders op de tocht zou liggen. Het is 15.00 uur en de zon schijnt. Toebab ademt onrustig.

16.00 uur, Anne-Marie komt weer thuis. Izy komt direct uit de slaapkamer haar verwelkomen. Toebab blijft op zijn kussen liggen. Anne-Marie begroet Izy en gaat Toebab begroeten. Hij wil van haar weg lopen, maar ik belet hem dat. Anne-Marie aait hem en hij laat het gelaten toe. Ik beloon hem met mijn stem.

Anne-Marie doet iets in de hal en de deur blijft open. Toebab is de kamer ingegaan. Ik zie aan zijn horizontale staart dat hij iets heeft gedaan. Ik vraag of die geplast heeft. Aan zijn reactie weet ik dat ik juist zit.
Ik kijk de kamer rond en zie aan een tafelpoot zijn plas. Ik vertel hem dat hij hier geen plasje mag doen en neem hem mee naar de keuken.
Ik trek weer al mijn lagen kleren aan, doe hem aan de riem (dat hoefde hiervoor natuurlijk nooit) en laat hem achter de schuur plassen, zodat hij ook een poepje kan doen. Hij plast weer twee keer als een meisje en erg lang. Hij wil verder lopen en ik laat hem een stukje langs de sloot lopen. Hij doet nog een klein plasje en dan neem ik hem weer mee terug, tegen zijn zin.
Maar het is veel te koud. Binnen wil hij niet de keuken in, dus misschien moet hij nog poepen, ik neem Izy ook even mee en ga aan de andere kant van de sloot een paar meter lopen. Maar hij doet geen aanstalten om te poepen dus ga ik snel weer terug.

Binnen leg ik een deken over hem heen zodat hij niet teveel afkoelt.
Ik vraag om zijn tandjes te kijken, zodat ik kan zien wat de kleur van zijn tandvlees is en hij snapt naar me. Ships!!
De kleur is nog steeds licht. Ik geef hem een bestraffende tik op zijn neus (heeft hij nog nooit eerder van me gehad).

Anne-Marie gaat even bij hem zitten, maar hij is alert en ze durft hem niet goed te aaien.
17.00 uur. Ik geef hem een klein bakje water. Hij ruikt er aan,maar drink niet. Even later neemt hij een paar grote slokken.

17.30 uur. Voor het helemaal donker is neem ik Izy mee voor een wandeling door het parkje in het dorp en doe snel nog een boodschapje. Thuis komt Toebab niet op me af. Ik laat hem met rust. Izy wil eten en ik geef haar haar voer. Toebab komt ook naar de etensbak. Ik vraag of hij wil eten en hij kijkt me aan. Klein stukje gesneden lever met zijn pillen in een klein stukje rookworst. Hij eet alles op en ik geef hem nog een hapje lever.

Dan begint hij door de keuken te drentelen en ik denk, ha die wil weer plassen. Ik vraag of hij wil plassen en hij komt naar me toe.
Weer dat hele pakket kleren aan.
Ik blijf in de achtertuin, hij doet een lange meisjes plas onder een struik. Dan zoekt hij een plekje om te poepen. Dat heb ik hem nog niet eerder zien doen. In de tuin poepen.
Hij is onrustig en weet niet precies waar hij moet gaan zitten. Na drie pogingen toch weer op zijn eerste plekje. Goede kleur, maar een beetje waterig.

Izy daagt hem uit om te gaan spelen, ze sprint op hem af en boven op hem, voor ik het kan voorkomen. Dat is dus niet zo’n goed idee. Binnen gaat hij weer op zijn kussen liggen.

Wij gaan eindelijk zelf eten.
Na het eten krijgt Izy haar pensstokje. Sinds kort krijgt ze onze restjes niet meer omdat ze ergens allergisch voor is en dan steeds zo’n jeuk heeft. Ze is ook veel te zwaar geworden sinds ze in het voorjaar gesteriliseerd is. Ze krijgt nu alleen Farmfood en in water gekookte gehaktballetjes en als extraatje pensstaafjes.

Ik vraag Toebab of hij ook een stokje wil. Hij komt naar me toe en ik geef hem een klein hapje. Hij eet het smakelijk op en gaat dan weer op het kussen liggen en Izy kruipt in zijn deken.

Anne-Marie zit achter de computer te werken en ik ga zo even een uurtje boven werken aan mijn administratie, de honden rusten, maar slapen niet.
Het is 20.00 uur. Toebab zit op een gegeven moment op de bank.
Blijkbaar kan hij daar opspringen(?!) Ik laat hem maar.

zondag 4 januari nog steeds bij de dierenarts

We bellen om 9.00 uur. Liesbeth vertelt dat Toebab mogelijk geopereerd moet worden. Een complicatie is dat er geen bloedbank is voor honden. Izy kan niet, die is te klein, een hond moet zeker 40 kilo wegen om 1 liter bloed af te kunnen staan. Liesbeth zegt dat ze gaat navragen.
Wij besluiten onze kennissen te benaderen. Allereerst onze buren. Die hebben een Rottweiler. Ze vertellen dat de hond geen mensen gewend is en dus onder verdoving zou moeten, als dat met de hond al kan. Geen goed idee dus. Anne-Marie belt Benny en Carla, hun Retriever is ook erg groot. Ze beloven gelijk hun medewerking als het nodig is.

We hebben om 11.00 uur (?) een afspraak in de kliniek in Oostburg. Als we aankomen zijn ze er nog niet en wij laten Izy even uit in het parkje. We zien Liesbeth arriveren. Toebab ligt achterin de auto. Hij is alert, heeft zijn kop omhoog, maar reageert verder niet.
Ik draag hem met Liesbeth op het kussen naar de behandelkamer. Hij blijft rustig liggen.
Liesbeth onderzoekt hem met een echo. We kunnen zien dat hij een inwendige bloeding heeft gehad. Zijn blaas lijkt niet stuk. Gelukkig was hij net goed uitgeweest, dus zijn blaas en darmen waren leeg. Liesbeth vermoedt dat hij een gescheurde milt heeft, maar ze kan geen stolsels ontdekken of dat er nog bloed uitkomt. Ze is van mening dat een operatie niets toevoegt. Als de milt was blijven bloeden was hij al doodgebloed. Hij is nog wel extreem zwak en heeft nog steeds weinig kleur in zijn oogwit en binnenkant mond. Voor de zekerheid overlegt ze met een dierenarts uit Gent. Die bevestigt de analyse en aanpak van Liesbeth.
De arts uit Gent stelt voor het herstel te ondersteunen met cyklokapron. Dat krijgen mensen ook die een gescheurde milt hebben. Ze belt de apotheek of die dit op voorhand heeft. Dat hebben ze. Anne-Marie gaat er naar toe, het is nog geen 5 minuten lopen. Wat heeft het toch ook veel voordelen om in een gebied te wonen waar iedereen elkaar kent en de lijnen en afstanden dus erg kort zijn.
Liesbeth zegt dat we Toebab naar de andere behandelkamer brengen. We dragen hem er naar toe op zijn kussen. Ze pakt twee pillen (elk van 500mg) en stopt die achter in zijn bek. Anne-Marie zegt, ‘zo jij hebt echte doodsverachting’.
Thuis hebben we het daar nog over. Wij hoeven normaal gesproken maar naar zijn bek te wijzen en hij wordt al agressief en zij stopt er nu gewoon twee pillen in, dat ging eerst ook nog niet goed, dus even prikken in zijn keel voor het juiste gaatje en hup weg waren die twee pillen. Geen enkel probleem, zo mak als een lam (?).
’s Middags belt de automobilist door wie Toebab is aangereden. Fijn want wij hadden zijn nummer niet. Hij is helemaal vol belangstelling voor onze hond. Wat een fijne man. Hij heet Tom.
We bellen om 19.00 uur, we zijn bij Benny en Carla voor een Nieuwjaarsborrel. Later in de week zal dat niet gaan want er zal steeds iemand bij Toebab moeten blijven als hij het hopelijk haalt. Liesbeth zegt dat zijn situatie stabiel is en dat e hem ook mee naar huis mogen nemen. Goed bericht!
Toch zeg ik dat ik hem liever nog bij haar laat. Optillen, weer in de auto, thuis met twee katten en een andere hond, niet op zijn vaste plaats boven kunnen slapen. Ik ben bang dat dit veel te veel onrust is. En wat als hij toch slechter wordt, wat moet ik dan doen? Liesbeth begrijpt mijn zorg en hij blijft bij haar. We spreken af dat we rond 11.00 uur nog even bellen. Liesbeth verteld dat hij van zijn plaats is geweest om ergens in de ruimte te plassen. En dat zijn situatie verder stabiel is. Hoi.
We kunnen vannacht rustig slapen.

bij de dierenarts

Als we bij de praktijk aankomen krijgt Anne-Marie telefonisch contact en het blijkt dat Liesbeth dienst heeft en dat ze in Aardenburg is. We kennen het adres niet, maar gelukkig hadden we vergeten de tomtom uit de auto te halen en met behulp van de tomtom rijden we rechtstreeks naar de praktijk.
Ik pak Toebab op die zich helemaal meegeeft. Ik kan hem heel eenvoudig dragen en ik heb niet de indruk dat hem dit extreem pijn doet. Als we binnenkomen , ik met Toebab in mijn armen, doet ze de praktijkruimte open en kan ik Toebab bij haar op de behandeltafel leggen. Al met al zijn we ongeveer 50 minuten verder , sinds hij is aangereden.

Liesbeth kent Toebab, gelukkig, want hij was een extreem angstige hond, die ook kon snappen als hij het ergens niet mee eens was. We leggen Toebab op de behandeltafel zo als hij in mijn armen ligt en zoals hij op de oprit was gaan liggen. Liesbeth geeft hem een anti-shok injectie en doet hem aan een infuus. Dat kost erg veel moeite om dat het moeilijk is zijn aders te vinden. Zij oogwit is extreem wit en ook het vlees aan de binnenkant van zijn bek is extreem wit en reageert nauwelijks op druk. Ze geeft hem ook met een pipet druppels van ‘puur trauma’ in zijn bek.

Hij blijft zo liggen. Liesbeth controleert regelmatig zijn hartslag en luistert naar zijn longen. Zij hartslag is wild en zwak. Zijn longen lijken schoon. We kunnen bij zijn buik nergens een verdikking vinden die een indicatie geeft voor bloed in zijn buik. Hij blijft uren zo liggen en er verandert niets aan zijn situatie. Het infuus, de injectie en de druppels halen hem niet uit de shock.

We besluiten dat Liesbeth koffie gaat zetten en Anne-Marie gaat in het dorp sigaretten halen. We waren gestopt, maar we hebben nog geen goed alternatief hoe met deze vorm van stress om te gaan. Liesbeth geeft me een stoel zodat ik bij Toebab kan zitten en zo blijf ik een tijdje alleen met hem. Anne-Marie neemt mijn jas mee voor Izy, zodat zij het niet te koud krijgt in de auto.

De tranen lopen over mijn wangen terwijl ik met hem praat en hem reiki geef. Al jaren niet meer gedaan, maar mijn handen doen het bijna automatisch. Hij reageert nergens op. Ik kan zijn hele lijf aaien en hij is nog nooit zo rustig geweest. Af en toe kijkt hij me aan. Ik vertel hem dat ik hoop dat hij beter wordt, maar als dat niet kan dat hij dan ook weg mag gaan.

Ik heb een deja-vu gevoel . Het is net of ik weer bij Doughley, zijn vader lig, toen hij heel erg ziek was, twee dagen voor hij stierf. Ik heb toen de hele nacht met Doughley in de keuken op de vloer gelegen. Ik kon Doughley heel gemakkelijk aaien, dat was een heel relaxte rustige hond, die heel graag geaaid wilde worden en tegen je aan kroop. Toen Doughley zo ziek was heb ik ook uren tegen hem gepraat en hem bedankt voor de prachtige jaren samen en hoe veel ik van hem hield.



Mijn paniek over het ongeluk is voorbij.
Ik heb vrede met de situatie. Het is een enorm geschenk dat Toebab me nu zo dichtbij laat. En ik voel in mijn hele wezen hoe moeilijk het leven hiervoor voor hem geweest moet zijn. Toebab was de hele dag angstig, de hele dag was dat lijfje gespannen. Soms als hij op mijn bed was gekropen en ik ging in bed, stond hij op zodra hij onder de dekens mijn benen voelde. En nu laat hij mij hem oppakken, strelen en er is nergens verzet. Hij heeft zich helemaal overgegeven. Geen angst, geen boosheid, hij is helemaal naar binnen gekeerd, al kijkt hij me regelmatig heel bewust aan. Zelfs zijn ogen zijn niet meer zo groot.
Opeens richt hij zich op en wil de tafel aflopen. Liesbeth heeft hem gelukkig vastgezet. Want zijn beweging is zo abrupt dat hij zeker gevallen was als hij niet vast had gezeten. Hij gaat verliggen, met zijn kop vlak bij mijn hoofd.
Liesbeth komt binnen met de koffie. Het is zeker al 8 uur geweest, ik heb geen besef van tijd meer. Liesbeth heeft oliebollen meegebracht, maar aan eten moet ik nu niet denken.
Anne-Marie komt terug, met sigaretten.
Ik vertel dat mijn paniek voorbij is en dat ik er vrede mee heb als hij nu zou inslapen. Ik vertel over hoe het voor me voelde en dat ik zo geraakt ben dat hij ons nu zo vertrouwt.
We bespreken hoe het nu verder gaat. Liesbeth vertelt dat hij veel te zwak is om eventueel geopereerd te worden. We kunnen wel een echo maken, maar daarvoor moet hij naar Oostburg. Met de echo kunnen we zien of er sprake is van een inwendige bloeding. We besluiten omdat nu niet te doen. Hem weer oppakken, vervoeren is weer heel veel stress. En als we weten dat hij een inwendige bloeding heeft dan kunnen we niks, want hij is te zwak voor een eventuele operatie.
Liesbeth stelt voor dat wij naar huis gaan, zij houdt dan de wacht bij Toebab. Maar ik wil dat nog niet. We spreken af dat Anne-Marie Izy naar huis brengt, die nog steeds in de auto zit en ondertussen gaat Liesbeth even een hapje eten. Ik blijf bij Toebab.
Als Anne-Marie en Liesbeth weer terug zijn en Toebab wat meer beweegt, leggen we Toebab op zijn andere zij en onderzoeken zijn buik aan de andere kant. We leggen hem niet alleen op het kleed waar hij op ligt maar leggen daaronder zijn kussen die Anne-Marie heeft meegebracht. Hij heeft een schaaf wond op zijn linkerbil en op zijn buik. Geen bloed, niks. Zijn poot lijkt niet gebroken. Aan zijn vacht kun je zien dat hij hier over de weg heeft geschuurd. We proberen ons een beeld van het ongeluk te maken.
De auto kwam uit Oostburg en heeft hem bij zijn bil links geraakt. Hij was met zijn buik mogelijk al net voorbij de auto. Dankzij het remmen van de automobilist is Toebab niet in zijn flank geraakt. Mogelijk heeft zijn bil de klap gebroken. Hij is wel meegesleurd. Wat er stuk was aan de auto was het plastic wat aan de voorkant zit.
Ik ga even buiten een sigaret roken. Het is rustig en stil en koud. Ik zie dat we aan de achterkant van de Elderschans zijn. Weer binnen vertel ik Liesbeth over de plannen voor de Elderschans en dat ik me bij deze organisatie heb aangesloten. Zij vertelt over een drukkerij in het dorp, die zich richt op duurzame producten. Zij hoopt dat er wat met de Elderschans gaat gebeuren, want je ziet elke dag meer verval, terwijl het zo’n mooie locatie is.
We spreken af dat Toebab vannacht bij Liesbeth blijft, zij houd de wacht en morgenochtend hebben we contact, tenzij er vannacht iets gebeurt.
Liesbeth besluit dat hij een plekje op de grond krijgt, bij de verwarming. In een bensch gaat niet lukken en de hokken zitten vol met andere herstellende dieren. Twee katten die allebei heel rustig blijven. Af en toe praten we tegen hen. Liesbeth volgt een kat hoe het gaat met plassen. Hij plast overal in zijn hokje.
Liesbeth legt Toebab in een mand met de kussens erin. Ik vertel dat Toebab graag plat ligt en dat ik denk dat dit niet goed komt. Hij probeert ook direct uit te klimmen. We halen de mand weg en Liesbeth bouwt een hokje voor Toebab. Eerst zijn kussen, dan de deken van haar, benches erom heen zodat hij niet weg kan lopen. Zijn infuus hangt ze aan het plafond.
Rond 11.00 uur belt Liesbeth. De situatie is nog hetzelfde. We hebben een rotnacht.

Aanrijding van onze hond Toebab


Aanrijding van onze hond Toebab


Vandaag had Toeb de dag van zijn leven. In de Groese duinen heeft hij extreem fijn gerend.





Maar later die dag....
Zaterdag 3 januari 2009, zo rond een uur of half 6 s’ avonds is Toebab aangereden. Ik kwam net terug met hem en zijn zusje Izy van een wandeling bij ons op de dijk.

Ik liet de twee honden door het hek in de tuin en sloot de tuin af. Toebab liep direct het gazon voor op en ik zag dat hij achter een wildspoor aanging.

Misschien was er een haas of fazant in de tuin geweest ? Dat is bij ons wel bijzonder voor overdag, omdat we zelf veel in de tuin komen (o.a. vogels voeren, met de honden spelen) en de twee katten hier vrij lopen. Daar dacht ik over na, terwijl ik de werkplaats in liep om de kerstverlichting in de achtertuin aan te doen.

Terwijl ik de werkplaats uit kom hoor ik één angstige blaf van Toebab, gevolgd door heel kort een piepende rem en gelijk een hele harde knal.

Ik weet gelijk dat het Toebab is, die is aangereden.

Ik loop de oprit af naar het hek en schreeuw tegen Anne-Marie dat Toebab is aangereden. Toebab hinkt midden op straat met zijn ogen op mij gericht en hinkt naar mij toe. Vanuit Oostburg komt er een auto aan en ik houd mijn hart vast of Toebab op tijd van de weg af zal komen. Een bestelwagen rijdt de oprit van het land aan de overkant van de weg op. Ik kan alleen maar naar Toebab kijken en hij kijkt naar mij.

Die fixerende blik in zijn grote ogen zal ik nooit vergeten.

Ik ben nog te ver weg van de straat om verder iets te kunnen doen.

Hij haalt de overkant en ik doe het tuinhekje voor hem open. Binnen het hek laat hij zich direct op zijn zij vallen en blijft liggen. Hij ademt kortademig, maar geeft geen geluid, geen gekreun of piep. Niks.

Tegelijkertijd rijdt een donkere stationwagen de oprit op. Ik blijf bij Toebab en Anne-Marie loopt naar de automobilist. Hij zegt dat hij probeerde te remmen en ontwijken, maar dat dit niet meer kon. Zijn auto is aan de onderkant beschadigt en ik hoor dat andere auto’s over iets heen rijden. Ik verontschuldig me bij de man dat ik nu alleen aan mijn hond kan denken. Ik roep Izy terug die op alle tumult is afgekomen.

Ik pak Toebab op en hij laat zich zomaar oppakken. Ik sta met hem in mijn armen te wachten op Anne-Marie, zodat ze de auto deur voor me open kan doen. Ondertussen heeft Anne-Marie uit huis een visitekaartje gehaald en aan die meneer gegeven.

Anne-Marie doet onze auto open en Izy springt naar binnen en ik leg Toebab voorzichtig op de achterbank. Ik ga naast hem zitten. Ondertussen heeft Anne-Marie met de meneer gesproken, grote stukken plastic van de weg gehaald, haar telefoon gepakt en het huis afgesloten.

De dierenarts krijgt ze niet te pakken, dus we besluiten ondertussen naar de praktijk in Oostburg te rijden. Toebab heeft het benauwd en we rijden met de ramen open. Hij wil op de vloer van de auto liggen, maar ik belet hem dat omdat ik hem daar niet meer kan oppakken .

Ik houd hem op mijn schoot. Dat is heel bijzonder, want bij mij op schoot hangen had hij nog meer twee keer eerder gedaan, op de bank. Daarvoor was zoveel intimiteit voor hem altijd veel te bedreigend.