vrijdag 16 januari 2009

bij de dierenarts

Als we bij de praktijk aankomen krijgt Anne-Marie telefonisch contact en het blijkt dat Liesbeth dienst heeft en dat ze in Aardenburg is. We kennen het adres niet, maar gelukkig hadden we vergeten de tomtom uit de auto te halen en met behulp van de tomtom rijden we rechtstreeks naar de praktijk.
Ik pak Toebab op die zich helemaal meegeeft. Ik kan hem heel eenvoudig dragen en ik heb niet de indruk dat hem dit extreem pijn doet. Als we binnenkomen , ik met Toebab in mijn armen, doet ze de praktijkruimte open en kan ik Toebab bij haar op de behandeltafel leggen. Al met al zijn we ongeveer 50 minuten verder , sinds hij is aangereden.

Liesbeth kent Toebab, gelukkig, want hij was een extreem angstige hond, die ook kon snappen als hij het ergens niet mee eens was. We leggen Toebab op de behandeltafel zo als hij in mijn armen ligt en zoals hij op de oprit was gaan liggen. Liesbeth geeft hem een anti-shok injectie en doet hem aan een infuus. Dat kost erg veel moeite om dat het moeilijk is zijn aders te vinden. Zij oogwit is extreem wit en ook het vlees aan de binnenkant van zijn bek is extreem wit en reageert nauwelijks op druk. Ze geeft hem ook met een pipet druppels van ‘puur trauma’ in zijn bek.

Hij blijft zo liggen. Liesbeth controleert regelmatig zijn hartslag en luistert naar zijn longen. Zij hartslag is wild en zwak. Zijn longen lijken schoon. We kunnen bij zijn buik nergens een verdikking vinden die een indicatie geeft voor bloed in zijn buik. Hij blijft uren zo liggen en er verandert niets aan zijn situatie. Het infuus, de injectie en de druppels halen hem niet uit de shock.

We besluiten dat Liesbeth koffie gaat zetten en Anne-Marie gaat in het dorp sigaretten halen. We waren gestopt, maar we hebben nog geen goed alternatief hoe met deze vorm van stress om te gaan. Liesbeth geeft me een stoel zodat ik bij Toebab kan zitten en zo blijf ik een tijdje alleen met hem. Anne-Marie neemt mijn jas mee voor Izy, zodat zij het niet te koud krijgt in de auto.

De tranen lopen over mijn wangen terwijl ik met hem praat en hem reiki geef. Al jaren niet meer gedaan, maar mijn handen doen het bijna automatisch. Hij reageert nergens op. Ik kan zijn hele lijf aaien en hij is nog nooit zo rustig geweest. Af en toe kijkt hij me aan. Ik vertel hem dat ik hoop dat hij beter wordt, maar als dat niet kan dat hij dan ook weg mag gaan.

Ik heb een deja-vu gevoel . Het is net of ik weer bij Doughley, zijn vader lig, toen hij heel erg ziek was, twee dagen voor hij stierf. Ik heb toen de hele nacht met Doughley in de keuken op de vloer gelegen. Ik kon Doughley heel gemakkelijk aaien, dat was een heel relaxte rustige hond, die heel graag geaaid wilde worden en tegen je aan kroop. Toen Doughley zo ziek was heb ik ook uren tegen hem gepraat en hem bedankt voor de prachtige jaren samen en hoe veel ik van hem hield.



Mijn paniek over het ongeluk is voorbij.
Ik heb vrede met de situatie. Het is een enorm geschenk dat Toebab me nu zo dichtbij laat. En ik voel in mijn hele wezen hoe moeilijk het leven hiervoor voor hem geweest moet zijn. Toebab was de hele dag angstig, de hele dag was dat lijfje gespannen. Soms als hij op mijn bed was gekropen en ik ging in bed, stond hij op zodra hij onder de dekens mijn benen voelde. En nu laat hij mij hem oppakken, strelen en er is nergens verzet. Hij heeft zich helemaal overgegeven. Geen angst, geen boosheid, hij is helemaal naar binnen gekeerd, al kijkt hij me regelmatig heel bewust aan. Zelfs zijn ogen zijn niet meer zo groot.
Opeens richt hij zich op en wil de tafel aflopen. Liesbeth heeft hem gelukkig vastgezet. Want zijn beweging is zo abrupt dat hij zeker gevallen was als hij niet vast had gezeten. Hij gaat verliggen, met zijn kop vlak bij mijn hoofd.
Liesbeth komt binnen met de koffie. Het is zeker al 8 uur geweest, ik heb geen besef van tijd meer. Liesbeth heeft oliebollen meegebracht, maar aan eten moet ik nu niet denken.
Anne-Marie komt terug, met sigaretten.
Ik vertel dat mijn paniek voorbij is en dat ik er vrede mee heb als hij nu zou inslapen. Ik vertel over hoe het voor me voelde en dat ik zo geraakt ben dat hij ons nu zo vertrouwt.
We bespreken hoe het nu verder gaat. Liesbeth vertelt dat hij veel te zwak is om eventueel geopereerd te worden. We kunnen wel een echo maken, maar daarvoor moet hij naar Oostburg. Met de echo kunnen we zien of er sprake is van een inwendige bloeding. We besluiten omdat nu niet te doen. Hem weer oppakken, vervoeren is weer heel veel stress. En als we weten dat hij een inwendige bloeding heeft dan kunnen we niks, want hij is te zwak voor een eventuele operatie.
Liesbeth stelt voor dat wij naar huis gaan, zij houdt dan de wacht bij Toebab. Maar ik wil dat nog niet. We spreken af dat Anne-Marie Izy naar huis brengt, die nog steeds in de auto zit en ondertussen gaat Liesbeth even een hapje eten. Ik blijf bij Toebab.
Als Anne-Marie en Liesbeth weer terug zijn en Toebab wat meer beweegt, leggen we Toebab op zijn andere zij en onderzoeken zijn buik aan de andere kant. We leggen hem niet alleen op het kleed waar hij op ligt maar leggen daaronder zijn kussen die Anne-Marie heeft meegebracht. Hij heeft een schaaf wond op zijn linkerbil en op zijn buik. Geen bloed, niks. Zijn poot lijkt niet gebroken. Aan zijn vacht kun je zien dat hij hier over de weg heeft geschuurd. We proberen ons een beeld van het ongeluk te maken.
De auto kwam uit Oostburg en heeft hem bij zijn bil links geraakt. Hij was met zijn buik mogelijk al net voorbij de auto. Dankzij het remmen van de automobilist is Toebab niet in zijn flank geraakt. Mogelijk heeft zijn bil de klap gebroken. Hij is wel meegesleurd. Wat er stuk was aan de auto was het plastic wat aan de voorkant zit.
Ik ga even buiten een sigaret roken. Het is rustig en stil en koud. Ik zie dat we aan de achterkant van de Elderschans zijn. Weer binnen vertel ik Liesbeth over de plannen voor de Elderschans en dat ik me bij deze organisatie heb aangesloten. Zij vertelt over een drukkerij in het dorp, die zich richt op duurzame producten. Zij hoopt dat er wat met de Elderschans gaat gebeuren, want je ziet elke dag meer verval, terwijl het zo’n mooie locatie is.
We spreken af dat Toebab vannacht bij Liesbeth blijft, zij houd de wacht en morgenochtend hebben we contact, tenzij er vannacht iets gebeurt.
Liesbeth besluit dat hij een plekje op de grond krijgt, bij de verwarming. In een bensch gaat niet lukken en de hokken zitten vol met andere herstellende dieren. Twee katten die allebei heel rustig blijven. Af en toe praten we tegen hen. Liesbeth volgt een kat hoe het gaat met plassen. Hij plast overal in zijn hokje.
Liesbeth legt Toebab in een mand met de kussens erin. Ik vertel dat Toebab graag plat ligt en dat ik denk dat dit niet goed komt. Hij probeert ook direct uit te klimmen. We halen de mand weg en Liesbeth bouwt een hokje voor Toebab. Eerst zijn kussen, dan de deken van haar, benches erom heen zodat hij niet weg kan lopen. Zijn infuus hangt ze aan het plafond.
Rond 11.00 uur belt Liesbeth. De situatie is nog hetzelfde. We hebben een rotnacht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten